zaterdag 14 mei 2016

CHELSEA SCHOP (Het toppen van vaste planten)

In Engeland is doing the Chelsea chop een begrip. Spreek ’chop’ (’tsjop!’) hardop uit en je begrijpt meteen dat het een bezigheid is waar een mes of zelfs een bijl aan te pas komt. De toevoeging ’Chelsea’ is een ezelsbruggetje om het tijdstip te onthouden – eind mei, zodra de tuinshow in Chelsea is afgelopen – waarop je vaste planten kunt ’choppen’, oftewel: een kopje kleiner maken. Al moet je dat kopje nogal ruim nemen, want in de praktijk worden de planten minstens met de helft terug geknipt.
Het gaat om een aantal vaste, in de zomer bloeiende planten. Als je die tussen half mei en de langste dag (21 juni) kortwiekt, bloeien ze later én rijker. De planten blijven bovendien lager en bossiger dan planten die ongehinderd hun gang mogen gaan.
Het terug knippen gebeurt niet alleen om de bloei uit te stellen en de plant bossig te houden, maar ook om gezondheidsredenen. Veel planten zijn gevoelig voor meeldauw. Wanneer je die in het late voorjaar met de helft terugknipt en daarna van water en mest voorziet, lopen ze opnieuw uit en krijgt meeldauw voorlopig geen kans.
Of neem herfstasters, die vaak last hebben van mijten. In het voorjaar nestelen die zich in de stengel toppen, die daardoor misvormd raken. Door de asters terug te knippen, raak je de mijten kwijt. Bijkomend voordeel: de afgeknipte stengels bloeien rijker, doordat ze zich na het knippen vertakken.
Ben je, net als ik, zo’n slapjanus van een tuinier die het eng vindt om de snoeischaar in vaste planten te zetten, begin dan voorzichtig met een paar tegelijk.
Engelse kwekers doen dat met floxen al sinds mensenheugenis. Ze knippen de floxen om en om terug, de ene stengel wel en de andere niet. En zorgen zo voor een gespreide bloei, omdat de afgeknipte stengels uiteraard later bloeien dan de niet afgeknipte.
Knipangst is ook te overwinnen door je, terwijl je de schaar in de stengels zet, te concentreren op de vele voordelen van zo’n behandeling. Al deze planten bloeien in juli, midden in de vakantietijd.
Kom je lekker uitgerust terug uit Frankrijk, tref je een kleurloze tuin aan omdat alles is uitgebloeid. Die teleurstelling kun je jezelf besparen door de planten voor 21 juni terug te knippen.
Je zult zien: op de eerste werkdag na de vakantie beginnen ze allemaal tegelijk te bloeien.
Voordelen op de langere termijn zijn er ook, want over een paar maanden hoef je die lange slappe lijzen niet meer op te binden. Of, als je dat toch al niet deed, bang te zijn dat ze bij het eerste het beste herfststormpje omvallen. (bron: Trouw)
Vaste planten die in aanmerking komen voor het zo genaamde ‘Chelsea Chop’ zijn onder andere: Nepeta (kattenkruid), Aster, Monarda, Echinacea (Zonnehoed), Artemisia, Phlox, Helianthus, Rudbeckia, Lupinus en Alcea (Stokroos).
Vaste planten die na de bloei direct gesnoeid kunnen worden (dit bevorderd een goede nabloei) zijn o.a. Nepeta, Astrantia, Digitalis, Campanula, Penstemon, Delphinium en Salvia.
Succes,

Wander van Laar



















Slakken bestrijden

De slak, prachtig diertje om eens van dichtbij te bekijken.

De slak is ook wel een moestuin probleem en een tuinprobleem, vooral bij Hosta's.

Voordat u begint te strooien met slakkenkorrels hier een aantal tips, hoe u het slakken probleem op een andere manier kunt oplossen.

Haal slak etende dieren in uw tuin:

De Egel: De egel is een van de grotere slakken en insecteneters.[2] Hij heeft een gedrongen lichaam, een spitse kop en een kleine staart, die hij verborgen houdt tussen de stekels. De kop begint breed, maar loopt spits toe naar de donkere snuit. Aan het uiteinde van de snuit bevinden zich tien paar neusharen. De oren zijn klein en nauwelijks zichtbaar. De ogen zijn klein en zwart en staan zijwaarts in het gezicht. De schedel is verlengd. De 36 tanden zijn primitief en weinig gespecialiseerd. De twee snijtanden in de onderkaak zijn groot, vrijwel plat en wijzen naar voren. Zij staan dicht bij elkaar. De tanden in de bovenkaak zijn juist puntig en staan ver uiteen. De tanden slijten snel door de zand, steen en aarde die de dieren meekrijgen met het voedsel. Hierdoor zijn de tanden bij oudere dieren vaak afgebroken of zelfs verdwenen. (bron: wikipedia)

Maak voor de Egel een wintervoorziening, dit kan bijvoorbeeld door het maken van een takkenril of een composthoop. Blad in de winter laten liggen kan natuurlijk ook.

De Steenuil: Steenuilen leven in diverse halfopen landschappen. Het zijn de kleinste uilen die in Nederland voorkomen. Favoriet zijn extensief gebruikte graslanden en andere kleinschalige agrarische gebieden. De aanwezigheid van heggen, houtwallen en (knot)bomenrijen is van groot belang. Gebroed wordt in holen; in Nederland vaak in knotwilgen, boerenschuren en konijneholen. Het voedsel bestaat uit slakken, insekten, regenwormen en kleine zoogdieren. (bron: Vogelbescherming Nederland)

De Zanglijster: Een typische zanglijstereigenschap is het stukslaan van slakkenhuizen op een vaste 'smidse', om zo bij het malse slakkenvlees te komen. Behalve slakken eten zanglijsters ook grote hoeveelheden insecten, wormen, duizendpoten en pissebedden, in najaar en winter ook bessen en fruit. Zanglijsters zijn algemene broedvogels van tuinen, parken en bossen. Hun gevarieerde zang - de naam doet zoiets al vermoeden - is een verdragend, melodieus en klankvol geluid, vrijwel altijd voorzien van 'VIEzeRIEK' strofen. Zanglijsters beginnen vroeg en eindigen laat met hun gezang, soms tot ergernis van langslapers en vroeg-naar-bed types. Hoewel er in het najaar heel veel zanglijsters doortrekken, valt dat niet zo op omdat ze vooral ’s nachts trekken en een onopvallende roep hebben.
(bron: Vogelbescherming Nederland)

De Bufo bufo: De gewone pad (Bufo bufo)is een middelgrote tot grote pad met oranje ogen en een horizontale pupil. Het lichaam is variabel van kleur op de rug (van grijsbruin tot geelbruin of roodbruin) en de buik is wittig met een gemarmerde tekening. Mannetjes zijn kleiner dan vrouwtjes en hebben dikkere voorpoten (om zich mee aan vrouwtjes vast te klemmen in de paartijd). De gewone pad kan in Nederland tot 11 cm groot worden, in Zuid-Europa tot wel 15 cm. (bron: RAVON)

Er zijn diverse andere manieren om van de slakken af te komen of om ze te weren (waar of niet waar):

1. Rapen: 's morgens vroeg of in de avond en dat vooral bij vochtig weer en in de schemer. (de geraapte slakken bijvoorbeeld aan de kippen geven, die zijn er dol op).

2. Kopertape: bijvoorbeeld aanbrengen rondom een bloempot, de slak krijgt een kleine schok en draait daarna om.

3.  Koffiedik tussen de planten strooien.

4. Beker bier ingraven, bier trekt de slakken goed aan.

5. Knoflook aanplanten.

6. Strook met zand of gebroken schelpen om de border heen maken.

7. Mooie slakkenval aanschaffen bij de vogelpot te Maurik.

8. Planten aanplanten die de slak links laat liggen. (behaard blad en viltig blad.